Een kleintje met curryketchup – Het frietkot van schepen De Clercq
U bent veertien dagen op reis geweest naar den vreemde. U landt op Zaventem, neemt de trein naar Gent-Sint-Pieters en u stapt de koude Belgische lucht weer in. Wat is het eerste dat u doet? Juist, u gaat fretjes eten aan het frietkot in de Astridlaan, met een dikke schep zelfgemaakt stoofvlees erop. En voor de smospotten zoals ik ook nog een ‘lek’ tartare erbovenop.
In deze Week van de Friet gaan we dagelijks op stap, naar aloude frietkoten. Gisteren mocht de ‘schepen van Frietkoten’ Mathias De Clercq zijn favoriete frietbarak uitkiezen.
‘Ik woon hier vlakbij’, vertelt hij, ‘en hier bij Jean-Claude en Eric aan de Astridlaan sta ik graag een bakje te snoepen. Een frietkot als dit is cultureel erfgoed en bovendien leg je er contacten. Mensen met wie je anders nooit zou praten, beginnen hier een conversatie terwijl ze een dampende friet in hun mond duwen. Voor mij een kleintje met curryketchup graag! Als stad willen we proberen het frietkot in ere te houden, als culinaire oase in de straat en als ontmoetingsplaats voor de burgers. Schitterend toch.’
Eric Van Brussel bedient met stijl en klasse. Hij doet dat dan ook al dertig jaar. ‘Schone buurt hier voor een frietkot’, vertelt hij. ‘Reizigers en studenten, dat is een mooi publiek. En om dat wij van studenten houden, drukken wij onze prijzen, zodat die jongelui ook nog een pintje kunnen drinken tijdens de week.’ (rm)
Het Nieuwsblad – 2.12.2008